A
- Aanspraak
-
Een recht op een pensioenuitkering in de toekomst. Een werknemer krijgt dit recht door deel te nemen aan de pensioenregeling.
- Aanspraakgerechtigde
-
U bent aanspraakgerechtigde als u pensioen heeft opgebouwd bij BPL Pensioen en dit pensioen nog niet is ingegaan. U heeft dan nog aanspraak op dit pensioen.
- ABTN
-
In de ABTN staan de hoofdlijnen van de pensioenregelingen, de financieringsopzet, de sturingsmiddelen, het indexatie- en het beleggingsbeleid en de organisatorische opzet van het pensioenfonds. Dit is een door de wet voorgeschreven nota.
- Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN)
-
In de ABTN staan de hoofdlijnen van de pensioenregelingen, de financieringsopzet, de sturingsmiddelen, het indexatie- en het beleggingsbeleid en de organisatorische opzet van het pensioenfonds. Dit is een door de wet voorgeschreven nota.
- Actuele dekkingsgraad
-
De maandelijkse 'graadmeter' die aangeeft hoe BPL Pensioen er financieel voor staat. Iedere maand publiceren we de dekkingsgraad van de maand daarvoor. Deze maandelijkse dekkingsgraden worden gebruikt om de beleidsdekkingsgraad te berekenen.
- Afkoop
-
Bij afkoop wordt de pensioenaanspraak omgerekend naar een uitkering die één keer wordt uitbetaald. Daarna is er geen pensioen meer bij BPL Pensioen.
- Afkoopgrens
-
Is uw pensioen lager dan de afkoopgrens? Dan kunnen wij uw pensioen afkopen. In de pensioenregeling van BPL Pensioen gelden twee afkoopgrenzen: een wettelijke afkoopgrens en een verlaagde afkoopgrens. Voor 2018 geldt een wettelijke afkoopgrens van € 474,11 bruto per jaar. BPL Pensioen hanteert een lagere afkoopgrens, namelijk € 150,- per jaar.
- AFM
-
AFM let er op dat pensioenfondsen duidelijk zeggen wat ze doen en dat deelnemers voldoende geïnformeerd worden. AFM gebruikt hiervoor de definitie 'transparantie'.
- Algemene nabestaandenwet (Anw)
-
Nabestaanden krijgen een nabestaandenpensioen van de overheid als de nabestaande:
- een ongehuwd kind onder de 18 jaar heeft;
- meer dan 45% arbeidsongeschikt is; of
- geboren is voor 1950.
Heeft de nabestaande een eigen inkomen? Dan wordt dit op de uitkering in mindering gebracht.
- Algemene Ouderdomswet (AOW)
-
De AOW is een basispensioen van de overheid. In het algemeen komt iedereen die in Nederland heeft gewoond en/of gewerkt in aanmerking voor een AOW-uitkering.
- Anw
-
Nabestaanden krijgen een nabestaandenpensioen van de overheid als de nabestaande:
- een ongehuwd kind onder de 18 jaar heeft;
- meer dan 45% arbeidsongeschikt is; of
- geboren is voor 1950.
Heeft de nabestaande een eigen inkomen? Dan wordt dit op de uitkering in mindering gebracht.
- AOW
-
De AOW is een basispensioen van de overheid. In het algemeen komt iedereen die in Nederland heeft gewoond en/of gewerkt in aanmerking voor een AOW-uitkering.
- AOW-gat
-
Per 1 januari 2015 is de AOW-toeslag voor mensen met een jongere partner vervallen. Voor mensen die op of na 1 januari 2015 de AOW-leeftijd bereiken, kan daardoor het gezamenlijk inkomen tijdelijk lager uitvallen. Dit wordt het AOW-gat genoemd.
- Arbeidsongeschiktheidspensioen
-
Aanvulling op een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, die uiterlijk op de pensioenleeftijd eindigt.
- Attestatie de vita
-
Een 'Bewijs van in leven zijn'. Deze verklaring moet de uitkeringsgerechtigde (die in het buitenland woont) regelmatig naar BPL Pensioen sturen. Met deze verklaring controleert BPL Pensioen of de uitkeringsgerechtigde nog leeft.Een bevoegde autoriteit moet deze verklaring ondertekenen.
- Autoriteit Financiële Markten (AFM)
-
AFM let er op dat pensioenfondsen duidelijk zeggen wat ze doen en dat deelnemers voldoende geïnformeerd worden. AFM gebruikt hiervoor de definitie 'transparantie'.
B
- Basisregistratie personen (BRP)
-
De gegevens van iedereen die in Nederland woont worden bijgehouden in de Basisregistratie personen (BRP).
- Bedrijfstakpensioenfonds
-
Een pensioenfonds dat de pensioenregeling voor één of meer bedrijfstakken uitvoert.
- Beleggingsbeginselen
-
De beleggingsbeginselen zijn de basis van hoe we beleggen. Bij de aan- en verkoop van beleggingen kijken we hiernaar. Beleggingen moeten namelijk passen bij BPL Pensioen en bij het risico dat wij kunnen en willen lopen. U vindt onze ‘Verklaring beleggingsbeginselen’ in de ABTN.
- Beleidsdekkingsgraad
-
De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van laatste twaalf actuele dekkingsgraden. Is de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg? Dan kan het bestuur bijvoorbeeld besluiten om de pensioenen te verhogen. Is de beleidsdekkingsgraad te laag? Dan moeten de pensioenen misschien worden verlaagd.
Ook voor waardeoverdracht is de beleidsdekkingsgraad belangrijk. Waardeoverdracht is alleen mogelijk als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 100%. - Beschikbare premieregeling
-
Een pensioenregeling waarbij een premie wordt vastgesteld. Deze premie wordt belegd om een pensioenkapitaal op te bouwen. Met dit kapitaal wordt uiterlijk op de pensioendatum een pensioenuitkering gekocht.
- Bestuur
-
Het bestuur gaat over het beleid van het pensioenfonds. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers voor werkgevers, werknemers en gepensioneerden.
- Beëindigingbericht
-
Neemt een werknemer niet langer deel aan de pensioenregeling? Dan ontvangt hij binnen drie of vier maanden een brief. In deze brief staat een overzicht van het opgebouwde pensioen en informatie over toeslagverlening en waardeoverdracht. Werkgevers zijn verplicht vertrekkende werknemers af te melden bij het pensioenfonds.
- Bijzonder partnerpensioen
-
Bij een scheiding wordt een deel van het opgebouwde partnerpensioen omgezet in een bijzonder partnerpensioen. Dit pensioen is voor de ex-partner als de (gewezen) deelnemer overlijdt.
- BPF
-
Een pensioenfonds dat de pensioenregeling voor één of meer bedrijfstakken uitvoert.
C
- CBS consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid
-
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert elke maand cijfers over de inflatie in Nederland. De inflatie geeft aan hoeveel duurder of goedkoper het leven voor een gemiddeld huishouden in Nederland is geworden in een jaar tijd.
D
- De Nederlandsche Bank (DNB)
-
De Nederlandsche Bank is een toezichthouder. DNB controleert de financiële betrouwbaarheid van pensioenfondsen. Maar ook of pensioenfondsen zich aan alle wetten en regels houden.
- Deelnemer
-
Een werknemer of ex-werknemer (iemand die in het verleden pensioen heeft opgebouwd) die op basis van een pensioenovereenkomst recht heeft op pensioen bij een pensioenfonds.
- Deelnemingsjaren
-
Gewerkte jaren waarover pensioen is opgebouwd.
- Deeltijddienstverband
-
U heeft een deeltijddienstverband als u in deeltijd werkt. U werkt dan minder uren dan het maximale aantal uren volgens uw cao.
- Deeltijdfactor
-
Het aantal uren dat u werkt, gedeeld door het maximale aantal uren volgens uw cao.
- Deeltijdpensioen
-
Een werknemer gaat in deeltijd werken en laat het pensioen gedeeltelijk ingaan. De pensioenopbouw gaat door over het deel dat de werknemer nog werkt (meestal tot 68 jaar).
- Dekkingsgraad
-
De dekkingsgraad is een 'graadmeter' die aangeeft hoe BPL Pensioen er financieel voor staat. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen onze bezittingen (ons vermogen) en onze verplichtingen (de pensioenen die we moeten betalen). Hoe hoger onze dekkingsgraad, hoe 'gezonder' onze financiële situatie.
- DNB
-
De Nederlandsche Bank is een toezichthouder. DNB controleert de financiële betrouwbaarheid van pensioenfondsen. Maar ook of pensioenfondsen zich aan alle wetten en regels houden.
E
- Excedent middelloonregeling
-
Een regeling waarmee werknemers met een inkomen hoger dan € 54.614,- (bedrag 2018) extra pensioen opbouwen. Dit extra pensioen komt bovenop het pensioen dat zij opbouwen in de basisregeling van BPL Pensioen. In de excedent middelloonregeling bouwen deelnemers ieder jaar een vast percentage van het salaris hoger dan € 54.614,- aan pensioen op. Vanaf de datum waarop de deelnemer met pensioen gaat, ontvangt hij dit extra pensioen zolang hij leeft.
- Excedent premieregeling
-
Een regeling waarmee werknemers met een inkomen hoger dan € 54.614,- (bedrag 2018) extra pensioen opbouwen. Dit extra pensioen komt bovenop het pensioen dat zij opbouwen in de basisregeling van BPL Pensioen. In de excedent premieregeling wordt premie ingelegd. BPL Pensioen belegt deze premie. Hiermee wordt voor de verzekerde werknemers een pensioenkapitaal opgebouwd. Het kapitaal waarmee de werknemer extra pensioen kan aankopen, hangt af van de hoogte van de rente, de levensverwachting en het resultaat op de beleggingen.
- Excedentregeling
-
Een excedentregeling is bedoeld voor alle werknemers met een inkomen hoger dan € 54.614,- (bedrag 2018). Tot dit bedrag bouwen zij pensioen op via de basisregeling van BPL Pensioen. Met een excedentregeling bouwen zij ook pensioen op over hun inkomen boven dit bedrag tot maximaal € 105.075 (bedrag 2018).
F
- Factor A
-
De pensioenaangroei in een kalenderjaar. U heeft de factor A nodig als u zelf extra pensioen wilt opbouwen. Bijvoorbeeld als u een lijfrente afsluit.
- Financieel toetsingskader (FTK)
-
Een onderdeel van de Pensioenwet waarin de financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. Doelstelling van het FTK is de bescherming van de pensioenen van deelnemers. Het FTK stelt eisen aan het pensioenfonds over onder meer de hoogte van de dekkingsgraad en het kunnen opvangen van een daling van de aandelenkoersen of van de rente.
- Franchise
-
Het deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Hiervoor in de plaats krijgt u op uw AOW-leeftijd een AOW-uitkering van de overheid.
- FTK
-
Een onderdeel van de Pensioenwet waarin de financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. Doelstelling van het FTK is de bescherming van de pensioenen van deelnemers. Het FTK stelt eisen aan het pensioenfonds over onder meer de hoogte van de dekkingsgraad en het kunnen opvangen van een daling van de aandelenkoersen of van de rente.
G
- Gemoedsbezwaarde
-
Iemand die vanuit zijn eigen levensbeschouwing bezwaar heeft tegen verzekeren en in het bezit is van een 'bewijs van vrijstelling wegens gemoedsbezwaren' afgegeven door de Sociale Verzekeringsbank. Voor deze persoon vindt er geen pensioenopbouw plaats en er worden geen risico's gedekt. In plaats daarvan bouwt deze persoon met het ingelegde geld een spaarsaldo op.
- Gepensioneerde
-
Iemand voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan.
- Geregistreerd partnerschap
-
Registratie van partnerschap bij de burgerlijke stand. Geregistreerde partners hebben dezelfde rechten en plichten als partners die getrouwd zijn.
- Gewezen deelnemer
-
Een persoon (oud-werknemer) voor wie niet langer pensioenpremie wordt betaald, maar die nog wel pensioen heeft staan bij het pensioenfonds. Ook bekend als 'slaper'.
- Gezamelijke huishouding
-
Soms moet u kunnen aantonen dat u een gezamelijke huishouding voert. Bijvoorbeeld om uw partner in aanmerking te laten komen voor partnerpensioen. De voorwaarden vindt u in het pensioenreglement.
H
- Haalbaarheidstoets
-
Elk jaar voert BPL Pensioen een haalbaarheidstoets uit. Hiermee onderzoeken we of we de pensioenen ook in de toekomst kunnen uitbetalen, of de pensioenen binnen acceptabele grenzen blijven en/of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Hierbij houden we rekening met een slecht, een normaal en een positief scenario.
- Herstelplan
-
Plan van aanpak waarin het pensioenfonds laat zien welke maatregelen het neemt om de dekkingsgraad te verbeteren. Het kortetermijnherstelplan bevat maatregelen om binnen drie jaar (tijdelijk vijf jaar) weer een minimale dekkingsgraad van 105% te hebben. Het langetermijnherstelplan bevat maatregelen om binnen vijftien jaar weer een dekkingsgraad van ongeveer 120% te hebben.
I
- Indexatie (indexeren)
-
Verhoging van een pensioen of van een aanspraak op pensioen. Ieder jaar beslist het bestuur of de pensioen worden verhoogd. Dit staat omschreven in het pensioenreglement. Deze verhoging is meestal gekoppeld aan de loon- of prijsstijging.
J
- Jaarverslag
-
Verslag waarin het bestuur van het pensioenfonds verantwoording aflegt over het beleid dat het afgelopen jaar is uitgevoerd.
L
- Loongegevens
-
Specificatie van de arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Het gaat vooral om salarisgegevens.
- Loonstijging
-
Ontwikkeling van de lonen over een bepaalde periode.
M
- Maatschappelijk verantwoord beleggen
-
Beleggen volgens vastgestelde uitgangspunten en verdragen op het gebied van mensenrechten, milieu, arbeidsomstandigheden en anti-corruptie.
- Maximum salaris
-
Over het salaris daarboven vindt geen pensioenopbouw plaats.
- Middelloonregeling
-
Ieder jaar wordt er een stukje pensioen opgebouwd. Het pensioen is de optelsom van al die stukjes. Dit heet de middelloonregeling. Vanaf de datum waarop de werknemer met pensioen gaat, ontvang hij dit pensioen zolang hij leeft.
N
- Nabestaanden
-
De kinderen en de partner(s) van de overleden (gewezen) deelnemer met wie de partner was gehuwd, een geregistreerd partnerschap of een samenlevingsovereenkomst had.
- Nabestaandenpensioen
-
Pensioen dat aan de nabestaanden (partner/kinderen) wordt uitgekeerd.
O
- Opbouwpercentage
-
Een vast percentage van de pensioengrondslag waarover pensioen wordt opgebouwd. Dit percentage verschilt per pensioenregeling.
- Ouderdomspensioen
-
Een levenslange uitkering die ingaat op de pensioendatum. Bij BPL Pensioen is de standaard pensioenleeftijd 68 jaar.
- Overbruggingspensioen
-
Een tijdelijk pensioen in plaats van AOW. Dit gaat in als u met pensioen gaat vóór uw AOW-leeftijd.
P
- Partnerpensioen
-
Pensioen voor de partner. De partner krijgt dit als de deelnemer overlijdt. Of het partnerpensioen wordt uitgekeerd hangt af van een aantal voorwaarden. Deze vindt u in het pensioenreglement.
- Pensioen 1-2-3
-
In het Pensioen 1-2-3 wordt alle belangrijke pensioeninformatie uitgelegd. Dit is opgesplitst in drie lagen. In laag 1 staat op hoofdlijnen de meest belangrijke informatie over de pensioenregeling. Laag 2 en laag 3 gaan dieper in op deze informatie.
- Pensioenaanspraak
-
Een recht op een pensioenuitkering in de toekomst. Een werknemer krijgt dit recht door deel te nemen aan de pensioenregeling.
- Pensioendatum
-
De datum waarop u met pensioen gaat. De standaard pensioenleeftijd bij BPL Pensioen is 68 jaar. Maar u kunt ook eerder of later met pensioen.
- Pensioengat
-
Het verschil tussen de hoogte van het pensioen dat u graag zou willen ontvangen en het pensioen dat u ontvangt.
- Pensioengerechtigde
-
Persoon voor wie het pensioen is ingegaan.
- Pensioengevend loon
-
De onderdelen van het loon die meetellen bij het berekenen van de pensioengrondslag.
- Pensioengrondslag
-
Het deel van het loon waarover pensioen wordt opgebouwd. Dit is meestal het pensioengevend loon minus de franchise.
- Pensioenovereenkomst
-
De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de werkgever of werkgeversorganisaties en de werknemer of werknemersorganisaties die gaan over het pensioen.
- Pensioenoverzicht
-
Een standaard overzicht dat pensioenfondsen en verzekeraars jaarlijks aan deelnemers verstrekken om te informeren over de uitkering bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
- Pensioenrechten
-
Het recht op pensioen dat is ingegaan.
- Pensioenregeling
-
De afspraken die over het pensioen zijn gemaakt in de pensioenovereenkomst.
- Pensioenreglement
-
Algemene beschrijving van de pensioenregeling. Daarin staat wie deelnemen aan de regeling, hoe hoog de pensioenen zijn en wanneer ze ingaan.
- Pensioenrichtdatum
-
De pensioenrichtdatum is de datum waarop uw pensioen van BPL Pensioen standaard ingaat. Bij BPL Pensioen is dit de eerste dag van de maand waarin u 68 jaar wordt. Maar u kunt ook eerder of later met pensioen gaan. Wij zetten uw pensioen dan om naar die eerdere pensioendatum.
- Pensioenuitvoerder
-
Een pensioenuitvoerder voert de afspraken uit die een werkgever en werknemer over het pensioen hebben gemaakt.
- Pensioenwet
-
De wet waarin alle regels die met pensioen te maken hebben zijn vastgelegd.
- Pension Fund Governance (PFG)
-
Uitgangspunten voor het goed besturen van het pensioenfonds. Het gaat daarbij vooral om de manier waarop het bestuur is georganiseerd, verantwoording aflegt aan belanghebbenden en de manier waarop het intern toezicht is georganiseerd.
- Piekarbeid
-
Als werkgever bij BPL Pensioen zet u tijdens een ‘piekperiode’ misschien tijdelijke werknemers in om werkzaamheden voor u te verrichten. Denk bijvoorbeeld aan seizoenarbeiders. Voor deze werknemers kunt u onder voorwaarden vrijstelling krijgen van deelname en premiebetaling aan de pensioenregeling van het BPL Pensioen.
- Premie
-
Het geld dat een werkgever periodiek aan het pensioenfonds betaalt voor het pensioen.
- Premiefactuur
-
Specificatie van de premies die in rekening zijn gebracht bij de werkgever.
- Premienota
-
Specificatie van de premies die in rekening zijn gebracht bij de werkgever.
- Premievrije opbouw
-
Wanneer een deelnemer aan een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, komt de pensioenopbouw voor rekening van het pensioenfonds. De meeste pensioenfondsen kennen zo'n regeling.
- Prijsstijging
-
Ontwikkeling van de prijzen over een bepaalde periode.
R
- Reglement
-
Algemene beschrijving van de pensioenregeling. Daarin staat wie deelnemen aan de regeling, hoe hoog de pensioenen zijn en wanneer ze ingaan.
- Rendement
-
Het positieve of negatieve resultaat dat een pensioenfonds behaalt met de beleggingen.
- Risicohouding
-
Onze ’risicohouding’ geeft aan hoe wij staan ten opzichte van een belegging. BPL Pensioen neemt risico’s om rendement te behalen, maar deze risico’s worden bewust en weloverwogen genomen.
S
- Slaper
-
Een persoon (oud-werknemer) voor wie niet langer pensioenpremie wordt betaald, maar die nog wel pensioen heeft staan bij het pensioenfonds. Ook bekend als 'gewezen deelnemer'.
- Sociale Verzekeringsbank (SVB)
- Startbrief
-
Gaat een werknemer deelnemen aan de pensioenregeling? Dan krijgt hij binnen drie maanden een brief met daarbij het Pensioen 1-2-3. Hierin wordt de deelnemer bijvoorbeeld geïnformeerd over de pensioenregeling en de toeslagverlening. Werkgevers zijn verplicht nieuwe werknemers aan te melden bij het pensioenfonds.
- Stiefkinderen
-
Uw stiefkinderen hebben na uw overlijden recht op wezenpensioen in de volgende gevallen:
Als u overlijdt terwijl u meedoet aan de pensioenregeling van BPL Pensioen. Of als u vroeger heeft meegedaan aan de pensioenregeling en u nog geen pensioen ontvangt van BPL Pensioen op het moment van uw overlijden. In die gevallen geldt :
- u moet minstens een jaar vóór uw overlijden met uw partner getrouwd zijn geweest, een geregistreerd partnerschap of een notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst hebben gehad of
- u moet minstens vijf jaar met uw partner op hetzelfde adres hebben gewoond.
Als u vroeger deelnemer was en op het moment van uw overlijden al een pensioen van BPL Pensioen ontving. In dat geval geldt:
- u moet minstens een jaar vóórdat u met pensioen ging met uw partner getrouwd zijn geweest, een geregistreerd partnerschap of een notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst hebben gehad of
- u moet op het moment dat u met pensioen ging minstens vijf jaar met uw partner op hetzelfde adres hebben gewoond.
- Stopbrief
-
Neemt een werknemer niet langer deel aan de pensioenregeling? Dan ontvangt hij binnen drie of vier maanden een brief. In deze brief staat een overzicht van het opgebouwde pensioen en informatie over toeslagverlening en waardeoverdracht. Werkgevers zijn verplicht vertrekkende werknemers af te melden bij het pensioenfonds.
- SVB
T
- Tijdelijk ouderdomspensioen
-
U kunt ervoor kiezen om tot uw AOW-leeftijd tijdelijk een hoger pensioen te ontvangen. We noemen dat het tijdelijk ouderdomspensioen. Vanaf het moment dat u AOW van de overheid krijgt, krijgt u uw ouderdomspensioen. Bij uw pensioenaanvraag spreekt u de hoogte van het tijdelijk ouderdomspensioen en dus het ouderdomspensioen af.
- Toeslag
-
Verhoging van een pensioen of van een aanspraak op pensioen. Ieder jaar beslist het bestuur of de pensioen worden verhoogd. Dit staat omschreven in het pensioenreglement. Deze verhoging is meestal gekoppeld aan de loon- of prijsstijging.
- Toezichthouder
-
Organisatie die toezicht houdt op pensioenfondsen. Dit zijn De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
U
- Uitruil
-
Vlak voor de pensioendatum kan een deel van het ouderdomspensioen worden omgezet in partnerpensioen. Dat heet uitruil. Als de deelnemer na de pensioendatum overlijdt, krijgt de partner een uitkering van het pensioenfonds. Ook is het mogelijk partnerpensioen om te zetten in extra ouderdomspensioen. Als de deelnemer een partner heeft, moet de partner hier schriftelijk toestemming voor geven.
- Uniform pensioenoverzicht (UPO)
-
Een standaard overzicht dat pensioenfondsen en verzekeraars jaarlijks aan deelnemers verstrekken om te informeren over de uitkering bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
- UPO
-
Een standaard overzicht dat pensioenfondsen en verzekeraars jaarlijks aan deelnemers verstrekken om te informeren over de uitkering bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
- UWV
-
UWV verzorgt de uitvoering van de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
V
- Verevening
-
Als het huwelijk of het geregistreerd partnerschap eindigt, heeft de ex-partner recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap is opgebouwd. Dit heet verevening. Het is mogelijk om onderling een andere verdeling af te spreken of dat verevening helemaal niet plaatsvindt.
- Verplichte aansluiting
-
Het aansluiten van een werkgever bij het bedrijfstakpensioenfonds omdat hij onder de verplichtstelling valt.
- Verplichtstelling
-
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de deelname in een bedrijfstakpensioenfonds verplichten. Dit kan als er genoeg sociale partners (werkgevers en werknemers) vertegenwoordigd zijn in de bedrijfstak. Voor BPL Pensioen geldt ook een verplichtstelling.
- Vrijwillige voortzetting
-
Een gewezen deelnemer kan ervoor kiezen vrijwillig pensioen te blijven opbouwen. De gewezen deelnemer betaalt dan het werknemersdeel en werkgeversdeel van de premie zelf.
W
- Waardeoverdracht
-
Het overdragen van de waarde van het opgebouwde pensioen naar een ander pensioenfonds of -verzekeraar. U vraagt waardeoverdracht hier aan.
- Waardevast
-
Een pensioen is waardevast als de stijging van de pensioenen gelijk op gaat met de prijsstijging. De koopkracht van het pensioen blijft hierdoor gelijk.
- Welvaartsvast
-
Een pensioen is welvaartsvast als de stijging van de pensioenen gelijk op gaat met de loonontwikkeling.
- Werknemer
-
De persoon die in dienst is bij een werkgever.
- WIA
-
De WIA voorziet in een uitkering voor werknemers die langer dan twee jaar geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn.
- WW
-
De WW voorziet in een uitkering voor werknemers die (gedeeltelijk) werkloos zijn. De hoogte en duur van de uitkering is afhankelijk van de hoogte van het door de werknemer genoten (dag)loon en het arbeidsverleden.